top of page
Foto van schrijverpinarakbas

Interview Leatitia, verpleegkundige

Leatitia is een jonge verpleegkundige van 28 jaar. Ze werkt voltijds op de dienst cardiologie in een regionaal ziekenhuis. Ze heeft een HBO5-diploma en is afgestudeerd in de specialisatie psychiatrie. Momenteel studeert ze verder om haar bachelor-diploma te halen. Dit combineert ze met haar voltijdse aanstelling in het ziekenhuis. Ze komt mij het heugelijke nieuws vertellen dat ze is geslaagd in haar eerste jaar. HBO5-verpleegkundigen die verder studeren voor hun bachelor-niveau moeten nog een extra 2,5 jaar zwoegen om hun ambities waar te maken.

 

 

Waarom verpleegkunde?

 

Ik heb heel lang in de horeca gewerkt. Al mijn leeftijdgenoten hadden al een studiekeuze gemaakt en ik was nog altijd aan het schipperen tussen werken of studeren. Ik wist niet welke richting ik uit moest. Maar ik had altijd het gevoel dat ik iets nuttigs wilde doen, er was altijd een drang om het goede te doen in mij. En toen ben ik bij de VDAB gaan luisteren om te horen wat mijn opties waren. Zij raadden mij aan om verpleegkunde te studeren en dat leek mij wel een goed idee. Ik heb altijd graag iets willen doen voor mijn medemensen. Ik heb ook bewust voor het HBO5-niveau gekozen omdat het al zo lang geleden was dat ik had gestudeerd. De opleiding duurde drie jaar en het was voltijds dagonderwijs in combinatie met stageperiodes. Ik kreeg dan ook een uitkering erbovenop dus ik moest mij over het financieel luikje geen zorgen maken. Dat was een mooie kans die ik kreeg van de VDAB. Alles werd mooi geregeld voor mij. Ik was ook altijd geslaagd, ik was een modelstudent! (lacht)

 

Tijdens mijn opleiding kreeg ik de smaak te pakken voor het vak. Ik studeerde en voltooide elke stageperiode met glans. Ik had eindelijk mijn toekomst uitgestippeld, ik wist wat ik wilde doen in mijn leven.

 

Het was wel erg zwaar om terug die schoolbanken op te zoeken. Ik moest mij opnieuw bewijzen. Maar je past je snel aan een nieuw ritme aan.

 

Wat waren jouw eerste ervaringen/indrukken als stagiaire in de zorg?

 

Als student krijg je heel veel indrukken maar je staat niet stil bij de immense verantwoordelijk die de verpleegkundigen elke dag op de werkvloer op hun schouders torsen. ‘Het valt toch allemaal mee, zo zwaar is het beroep toch niet?’ dacht ik vaak.

 

Mijn eerste stageperiode was in een woonzorgcentrum en dat is heel goed meegevallen. Daar kwamen ook niet veel verpleegtechnische handelingen aan te pas: het waren meer de gewone dagelijkse basiszorgen en de typische verpleegkundige observaties bij ouderen die wij hadden geleerd op school. Zijn de enkels dik, is er oedeemvorming, hoe ziet de huid eruit?

 

Ik werd ook goed begeleid door het team in dat woonzorgcentrum. Ik heb wel één dienst meegemaakt waar we onderbemand waren. Die dag heb ik heel veel mensen moeten helpen met hun ochtendtoilet, ik denk dat we tot de middag mensen hebben gewassen. Ik dacht toen al dat ik het niet zou kunnen opbrengen om elke dag mensen aan de lopende band te wassen. En ik begrijp eerlijk gezegd ook niet welke verpleegkundige met ambities in een woonzorgcentrum zou willen werken in de huidige omstandigheden. Ik vind het werk in een woonzorgcentrum geen verpleegkunde maar bandwerk.

 

Ik heb daarna ook weer een stageperiode gehad in de ouderenzorg maar op de acute geriatriedienst van een ziekenhuis. Dat was heel zwaar. Op die dienst waren je verpleegtechnische handelingen dan weer wel heel belangrijk, die moest je goed onder de knie hebben: blaassondages, wondzorg, intraveneuze medicatie, noem maar op, ze passeerden de revue. Dat was mijn tweede stageperiode en ik had die technieken nog niet gezien in mijn opleiding. Ik kon zelfs geen bloedafname uitvoeren! Ik moest daar ook enkel maar oefenen op mijn basiszorgen maar ik deinsde echt terug bij die contacten met zieke ouderen. Toen kreeg ik een duidelijk zicht over wat een verpleegkundige eigenlijk doet, je kreeg een beter beeld over het beroep en over de dood. Er stierven dagelijks mensen op de dienst. Dat was heftig.

 

Ik heb daarna wel op heelkundige diensten gestaan als stagiaire. Die stageperiodes zijn ook goed meegevallen maar heelkunde was niet zo mijn ding. Post-operatieve wonden verzorgen en de mensen na een dag observatie naar huis sturen, dat is wat je doet bij de meeste ingrepen. Ik interesseer mij meer voor inwendige ziekten: de behandelingen die worden opgestart en de observaties daarbij zoals parameters en bloedwaarden opvolgen waren meer mijn ding. Je kan heel veel afleiden uit de bloedwaarden van een zieke persoon en ik vind dat fascinerend.

 

De school mocht best wel op een synchrone wijze de stageperiodes organiseren met de vakken die ik op school had gezien. Zo’n tweede stageperiode op een acute dienst zoals geriatrie was veel te vroeg in mijn schooltraject naar mijn mening. Dat doen die scholen wel vaker: ze installeren daar een student op de dienst geriatrie met de motivatie dat ze zo hun basiszorgen kunnen ontwikkelen en dat is jammer. Want geriatrie is zo veel meer dan alleen maar mensen wassen.

 

Ik was een heel onopvallende studente. Ik probeerde mij altijd afzijdig te houden om de verpleegkundigen niet te storen, ze hadden het enorm druk. En ik was bang dat ze boos op me zouden worden als ik te veel vragen zou stellen. Er was ook veel frustratie en spanning onderling. Dus ik probeerde hun werk wat te verlichten door continu beloproepen te beantwoorden. Als ik er nu op terugkijk was dat niet echt slim van mij want zo blokkeer je je eigen leerrendement, ik heb daardoor wel wat leerkansen gemist. Maar ik heb wel geleerd om mijn plan te trekken. Het ene compenseert het andere, denk ik dan.

 

Ik heb ook wel ooit als studente een bloedafname zelfstandig moeten uitvoeren, ook al had ik die techniek nog niet goed onder de knie. De verpleegkundigen hadden het toen niet druk, dus ik stelde mij de vraag waarom ik niet werd begeleid hierin. Je mag een student nooit alleen een techniek laten uitvoeren bij een patiënt. Ik werd toen echt voor de leeuwen gegooid.

 

Ik ben uiteindelijk in de specialisatie psychiatrie afgestudeerd. Mijn afstudeerstage van twee maanden was ook op een acute psychiatrische dienst in een ziekenhuis. Ik mocht na mijn studie ook daar beginnen als professional, jammer genoeg voor één maandje maar. Er was geen mogelijkheid voor een vaste aanstelling.

 

Wat waren jouw eerste ervaringen/indrukken als professional in de zorg?

 

Na die maand kwam ik op de acute geriatrie terecht in het ziekenhuis. Ik wilde ook meteen voor mijn bacheloropleiding gaan. Maar dat bleek een foute inschatting langs mijn kant te zijn. Het ritme was heel zwaar. Ik werkte 4/5de in combinatie met mijn studie maar ik ben vrij snel met mijn studie gestopt toen. Er kwam zo veel op mij af. De opleiding en begeleiding op de werkvloer als professional stelde ook niets voor, na twee weken kreeg ik al patiënten onder mijn hoede. Ik had altijd een tiental patiënten om voor te zorgen.

 

Ik was erg onzeker in het begin en ik moest al meteen studenten begeleiden. Na een tijdje werd ik wel beter in mijn job en kwam het ook goed met mijn zelfvertrouwen. Maar Covid klopte op de deur en de helft van het team werd uitgestuurd om op de Covid-diensten te gaan helpen. Ik bleef op de dienst, ik geloof dat we nog maar met tien collega’s achterbleven. Ik was heel blij dat ik op mijn eigen dienst mocht blijven. Niet dat dat beter was. De diensten gingen in fusie omwille van personeelstekorten, wij werden samengevoegd met de dienst neurochirurgie. We konden niet op tegen de uitgebreide patiëntenpopulatie met verschillende ziektebeelden. Iedereen had andere zorgnoden.

 

Ik durf toe te geven dat ik heel veel fouten heb gemaakt in die drukke periodes zoals verkeerde medicatie toedienen aan de verkeerde patiënten. Gelukkig was dat geen gevaarlijke medicatie maar ik nam dat mee naar huis en kon daar echt nachten van wakker liggen. Ik vond dat heel erg dat mijn patiënten de dupe waren van mijn onoplettendheid. Terwijl ik nu weet dat het niet mijn schuld was maar de omstandigheden waren toen gewoon niet ideaal.

 

Je bent nu aan het verder studeren voor je bachelorsdiploma. Wat is je motivatie? Wat zijn je ambities?

 

Ik denk niet dat ik tot mijn pensioengerechtigde leeftijd voor mensen kan zorgen. Ik werk nu op de dienst cardiologie. Maar ik ondervind nu andere problemen in mijn job. Ik vind niet dat ik gehoord word als verpleegkundige door de directie. Mijn ambitie is om ooit diensthoofd of zorgmanager te worden. Maar ik voel mij daar op dit moment nog niet rijp genoeg voor. Ik wil met mijn studie toch een stevige basis creëren eerst. En dat in combinatie met mijn werk. Een hoger diploma zal meerdere doorgroeimogelijkheden aanbieden.

 

Het variabel regime van een verpleegkundige is ook heel zwaar. Vroege en late diensten, nachtdiensten, weekenddiensten zijn niet echt bevorderlijk om je familierelaties te onderhouden. Ik heb mijn vader al drie weken niet gezien. Ik wil graag een regelmatiger ritme en dat diploma is een springplank naar andere, betere jobopportuniteiten.

 

Heb je ook zorgkundigen als collega’s? Hoe is je samenwerking met hen? 

 

Op de dienst cardiologie hebben we geen zorgkundigen in dienst maar op geriatrie heb ik wel met zorgkundigen gewerkt. Die samenwerking was heel aangenaam. Dat waren echt goede zorgkundigen. Ik heb enorm veel hulp gehad aan die collega’s. Want zij zien de patiënten toch iets meer dan de verpleegkundigen vind ik. Ik zat te vaak achter mijn computer om alle zorgen te registreren terwijl de zorgkundigen zich verspreiden over de dienst. Zij vangen sneller signalen op. Maar ik werk toch liever met een verpleegkundige samen want dan kan je een bepaald gezondheidsvraagstuk over een patiënt sparren met elkaar.

 

Ik vind wel dat de zorgkundigen te weinig waardering krijgen op de werkvloer. Niet door ons als verpleegkundigen maar door het management vooral.

 

Er verlaten meer en meer verpleegkundigen de sector. Wat is jouw mening hierover? Hoe komt dat?

 

Ik begrijp de vlucht zeker. Het werk is fysiek en mentaal heel zwaar. Ik heb soms de indruk dat die mentale belasting toch nog iets harder doorweegt dan het fysieke. Ik voel die belasting ook.

 

Maar ik zou de collega’s die overwegen om de sector te verlaten eerst aanraden om een andere dienst te zoeken binnen de organisatie. Niet alle diensten in een ziekenhuis hebben dezelfde zorgzwaarte. Misschien valt een andere dienst wel mee. Blijf loyaal aan het ziekenhuis. Maar ik begrijp ook dat die aanvragen voor overplaatsingen naar een andere dienst niet altijd kunnen beantwoord worden door het management. Want als je een dienst verlaat moet die leegte natuurlijk terug opgevuld worden. En er zijn nu eenmaal niet genoeg verpleegkundigen. Maar eis je overplaatsing gewoon! Zo is de zorgzwaarte anders op cardiologie dan op geriatrie. Het zijn overwegend oudere mensen op cardiologie maar cognitief zijn ze nog heel goed dus dat maakt de zorgzwaarte lichter dan op acute geriatrie.

 

Wat moet het beleid in het ziekenhuis en de politiek doen? Vind je dat er genoeg inspanningen worden geleverd om de vlucht uit de sector tegen te gaan?

 

Hoe kan je een vlucht uit de sector tegenhouden? Je kan misschien al starten met een betere verloning, maaltijdcheques bijvoorbeeld, ik krijg nog altijd geen maaltijdcheques in mijn ziekenhuis.

 

Je kan je waardering naar het zorgpersoneel uiten door je solidair op te stellen. En daarmee bedoel ik het management dat in drukke periodes ook eens een witte schort zou aandoen om ons op de werkvloer te komen helpen. Dat zou ik nu eens echt een blijk van waardering vinden. Die hiërarchie zit zo ingebakken in onze ziekenhuis dat ik die mensen van het management zelfs nooit gezien heb. Het zou mij zo’n deugd doen als mensen uit het management zich al kwamen voorstellen en af en toe eens aan ons vroegen of we het wel allemaal gebolwerkt krijgen. Zo’n begripvolle opstelling naar het zorgpersoneel op de werkvloer toe zou al meteen een heel andere sfeer creëren. En dan zou ik mij ook meteen een gelijkwaardige collega voelen met de mensen van het management. Ik begrijp wel dat ze niet meteen verpleegkundigen kunnen toveren maar je kan niet enkel loyaliteit van ons verwachten. Het management mag zich best wat loyaler opstellen naar ons toe. Je zou best kunnen stellen dat dat het vertrouwen tussen het management en het zorgpersoneel ook zou kunnen herstellen of bevorderen. Ik heb ooit wel eens gehoord waarom het management zo weinig op de werkvloer komt maar ik weet nu niet of dat klopt. Ze vrezen dat het zorgpersoneel dan zou profiteren van hun loyaliteit. Zo heeft een diensthoofd eens voorgesteld om tijdens een krappe dienst in te springen omdat er weer een personeelstekort was. Maar zijn collega-diensthoofd raadde hem aan daar niet mee te beginnen. Men vreest blijkbaar dat het zorgpersoneel de situatie zou uitbuiten. Dat vind ik wel een jammere vooroordeel. Ze hebben het nooit eens geprobeerd dus hoe kunnen ze nu al een oordeel vellen over hun team? Ik begrijp wel dat iedereen een andere invulling van zijn job heeft maar het zou tenminste een teken van loyaliteit zijn naar het team toe.

 

Op politiek vlak zie ik weinig inspanningen. Ik volg het niet zo goed eigenlijk. Maar ik zou bijvoorbeeld voorstellen om te investeren in betere infrastructuur. Het gebouw van het ziekenhuis waar ik werk is zeer oud. De patiënten zien de vochtvlekken in de muren en het plafond ook. Ik vind dat best armoedig en je wilt toch trots zijn op het ziekenhuis waar je werkt.

 

Ze maken ook al een onderscheid tussen HBO5-verpleegkundigen en bachelor-verpleegkundigen.  Ik vind dat geen goede evolutie. Want iedereen doet toch hetzelfde werk! De bacheloropleiding geeft natuurlijk wel meer diepgang in het beroep maar ik wil later niet continu achter mijn computer zitten terwijl de zorgkundigen en de basisverpleegkundigen op de werkvloer ploeteren. We moeten net meer en hechter samenwerken voor onze patiënten.

 

Wat moet de maatschappij doen? Het stigma verpleegkundigen/dienstmeid leeft nog altijd voort in de samenleving, hoe moeten we dit imago her- of bijstellen?

 

Ik voel mij vaak een dienstmeid, ik ruim vaker kamers op dan dat ik voor patiënten zorg. Maar ik denk ook dat veel mensen gewoon niet weten wat de job van een verpleegkundige inhoudt. Maar ik denk dat we eerst binnen onze muren moeten kijken en zelf bepaalde gewoonten en patronen moeten doorbreken om het stigma in de buitenwereld te doen verdwijnen. De hiërarchie tussen arts en zorgpersoneel zou mogen verdwijnen in mijn ogen. De samenleving geeft mij geen minderwaardig gevoel. Ik zou eerder wat meer erkenning van de artsen willen krijgen. Wij verzorgen hun patiënten maar sommige artsen verwachten nog eens dat wij hun administratie ook erbij nemen. Ik moet toch niet controleren welke medicatie een arts voorschrijft en of dat correct is. Daar heb ik niet voor gestudeerd! Wij moeten heel vaak achter onze artsen hollen om medicatie en andere administratie zoals ontslagbrieven en dergelijke in orde te krijgen. Maar anderzijds heb ik de indruk dat de artsen ook niet de nodige waardering krijgen van het ziekenhuis. Ik vind het goed dat jij ook de artsen opneemt in je boek want hun verhaal is ook belangrijk.

 

Hoe zie jij jezelf als verpleegkundige? Wat is je maatschappelijke rol? Is het een deel van je identiteit?

 

Ik ben best trots op mezelf als verpleegkundige. Ik ben blij dat ik gegroeid ben van horecamedewerker tot een verpleegkundige. Ik zorg voor mensen, ik draag bij aan de samenleving. Anderzijds doe ik ook maar gewoon mijn werk, ik moet ook mijn rekeningen betalen. Als mijn dienst in het ziekenhuis stopt dan laat ik het ook daar. Ik neem mijn werk niet meer mee naar huis.

 

Is het een roeping?

 

Het beroep is nooit een roeping voor mij geweest. Ik zie mij ook niet op mijn zestigste nog mensen verzorgen. Omgaan met mensen is sowieso al moeilijk soms. Met zieke mensen werken is geestelijk enorm uitdagend en soms slopend. Ik voel dat ik een andere mens ben geworden sinds ik dit werk uitoefen. Soms ben ik kribbig na een drukke dienst. Patiënten hebben mijn mensbeeld zeker veranderd. Wij, als zorgverleners, relativeren sneller symptomen waardoor ik minder empathisch ben naar mijn omgeving toe als ze praten over hun gezondheidsperikelen.

 

 

 

 

33 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven

De woonzorgcentra

Ik stopte met mijn studie. Ik kon de realiteit niet meer stroken met een wetenschappelijke studie waar ik enorm veel tijd en energie in...

Interview dokter Kurt Segers

Dokter Kurt Segers studeerde geneeskunde aan de VUB en is momenteel kliniekhoofd in een Brussels ziekenhuis. Hij is neuroloog en geeft...

Het Management

Ik ben in heel veel zaken naïef geweest maar ik geloof nog altijd dat invloed vanuit de werkvloer veel zaken had kunnen vermijden. Ik...

Comments


bottom of page